De laatste verzorging

De laatste verzorging

Bij het overlijden van een naaste bel je als de huisarts is geweest naar de uitvaartverzorger. Wij stellen dan altijd een aantal vragen, zodat we zo goed mogelijk voorbereid naar het adres van overlijden kunnen komen. Ik zeg wij, omdat in ons geval altijd de uitvaartverzorger samen met het zorgteam komt. En dat zorgteam gaat de laatste verzorging van de overledene doen.

 

Wat houdt een laatste verzorging in

Bij de laatste verzorging wordt iemand heel goed gewassen en ingesmeerd met bodylotion om de huid, zeker de zichtbare, soepel te houden. Mannen worden vaak nog een keer geschoren en ontdaan van uitstekende neus- en oorhaartjes. Maar natuurlijk wel in overleg met de familie. Want ons doel is dat iemand er weer uit komt te zien zoals hij of zij was. Vrouwen worden soms nog licht opgemaakt. Ook worden de nagels van de handen netjes gemaakt. We doen er alles aan om iemand er verzorgd uit te laten zien.

Om problemen tijdens de opbaring te voorkomen, reinigen en desinfecteren we alle holtes. En we gebruiken middelen om verkleuring zoveel mogelijk tegen te gaan. Die verkleuring kunnen we niet gegarandeerd voorkomen. Ieder lichaam werkt weer anders. Maar we doen er wel alles aan om de kansen zo klein mogelijk te houden.

 

Verwijderen van de pacemaker of ICD

Als iemand gecremeerd gaat worden of begraven op de natuurbegraafplaats is het verwijderen van een pacemaker of ICD verplicht. In de crematieoven zou zoiets namelijk kunnen ontploffen en schade kunnen veroorzaken. Het zorgteam verwijdert dan ter plekke deze pacemaker of ICD.

 

Het sluiten van de mond en de ogen

Vaak wordt er door de huisarts een opgerolde handdoek onder de kin gelegd om te voorkomen dat de mond op een rare manier open gaat of blijft staan. Door de kort na het overlijden optredende lijkstijfheid, blijft de mond dan ook mooi gesloten. Voor even. Want wat de meeste mensen niet weten is dat die lijkstijfheid na zo’n 36 uur weer oplost. En dan valt de mond weer open. Dat is vaak een onprettig gezicht.

Om die reden sluiten we bijna altijd de mond met een technische hechting. Dat is een onzichtbare hechting waarmee we de kaken netjes op elkaar brengen. Dan ziet de gesloten mond er het meest natuurlijk uit. Vroeger spraken mensen nog wel eens van het dichtnaaien of -plakken van de mond. Dat gebeurt allang niet meer. En dat zou er ook bedroevend raar uitzien.

De mond sluiten is vaak het allerlaatste stukje van de verzorging. Een hele enkele keer heeft een familie moeite met de technische hechting. In dat geval laten we die achterwege en plaatsen een kinnesteun.

Om de ogen te sluiten en gesloten te houden, plaatsen we een oogkapje op de oogbol. Daaroverheen komt het ooglid dat door het oogkapje niet of bijna niet meer kan bewegen.

 

Het kleden van de overledene

Als iemand helemaal is verzorgd, kleden we de overledene. De familie heeft kleren klaargelegd die de overledene dan aankrijgt. De ene keer ligt iemand er dan op zijn Paasbest bij maar net zo vaak krijgt iemand de kleren aan die bij diegene hoorde. Alles kan.

We houden er wel rekening mee of iemand wordt begraven of gecremeerd. Bij een begrafenis gebruiken we het liefst geen kleding die moeilijk vergaat. Bijvoorbeeld panty’s of een 100% synthetische jurk. En de overledene heeft meestal ook geen schoenen aan.

 

Samen met de familie

Als de familie wil helpen bij de laatste verzorging moedigen we dat altijd aan. Maar onze ervaring is dat de meeste families de laatste zorg graag aan ons zorgteam overlaten. Dan is er altijd nog ruimte om de haren in de juiste richting te kammen, de kleding wat recht te trekken en het dekentje wel of niet over de handen te doen. Maar wil je meer doen, dan is daar altijd alle ruimte voor.

De laatste verzorging is dus het startpunt van de week van de uitvaart. Alles wat we gedaan hebben tijdens deze verzorging is erop gericht de overledene er zo lang mogelijk zo goed mogelijk uit te laten zien. Veel mensen ervaren het als troostend als ze hun dierbare nog kunnen zien of kunnen aanraken. Het is een goede manier om te wennen aan het feit dat iemand er niet meer is. Hoe verdrietig dat ook is.